23 juni, 2025

Prinses Mabel van Oranje

Goedenavond. 

 

Veel dank voor de uitnodiging om deel te nemen aan deze eerste Nacht van de Verlichting. Ik wil de organisatoren feliciteren met dit bijzondere samenzijn – en het stimuleren van een belangrijk gesprek. 

 

In de Verlichting vormden rede en logica de basis om de wereld te begrijpen en problemen op te lossen – in plaats van te vertrouwen op traditie, bijgeloof of religieuze dogma's.

 

Een enkele blik op onze sociale media-accounts maakt overduidelijk dat we vandaag de dag leven in een wereld van vele meningen. Een wereld waarin de waarheid soms moeilijk te vinden is. Een wereld waarin beelden en sentimenten feiten en rede vaak wegdrukken. 

Ik vraag me af: Wat zouden Jean-Jacques Rousseau en Thomas Locke van deze wereld vinden? Zouden zij op TikTok zitten? 

 

Elke dag worden we gebombardeerd met meningen – verzonden via WhatsApp of sms-jes, uitgezonden op radio en tv, samengeperst in 300 tekens op X of LinkedIn, of gewoon gehoord aan de eettafel. 

 

En terwijl open discussie – met argumenten en tegenargumenten – een kenmerk is van elke gezonde pluralistische samenleving, trekken velen van ons zich terug in informatie bubbels, als een manier om met de overvloed aan informatie om te gaan. 

 

Tegelijkertijd overstemmen de luidste stemmen de rest van ons. De indruk wordt gewekt dat de wereld in tweeën uiteenvalt: één deel is luid VOOR, en één deel is luid TEGEN. Waarvoor of waartegen, dat lijkt er minder toe te doen. 

 

Deze ontwikkeling wordt versterkt door ‘profiteurs van het wij/zij- denken’. Mensen die financieel, politiek of qua invloed profiteren van het stimuleren van de verdeeldheid in de samenleving en het versterken van conflicten. Deze ‘profiteurs van polarisatie’ komen we steeds vaker tegen – in de politiek, in de media, en elders.

 

Het is dan ook niet raar dat, in dit tijdperk van ‘echo chambers’, we het steeds moeilijker vinden om contact te hebben met mensen aan de 'andere kant'. Mensen die onze ervaringen, politieke standpunten, of waarden niet delen. Met als gevolg dat onze verschillen van inzicht en eventuele onenigheden geen basis meer vormen voor een open gesprek – maar leiden tot wantrouwen en animositeit.

 

Mensen ervaren de maatschappij als meer gefragmenteerd dan ooit tevoren. Zij missen verbinding, een gemeenschappelijke basis. 

 

In een tijdperk van snelle technologische veranderingen, toenemende ongelijkheid, conflicten, en klimaatverandering is dat nou juist het eerste wat we nodig hebben: een gemeenschappelijk fundament, een gedeeld perspectief.

 

De uitdagingen waar we hier in Nederland, in Europa, en wereldwijd voor staan, zijn collectieve uitdagingen. We kunnen ze niet effectief aanpakken als we niet samenwerken. En dat is allerminst een utopie.

“Hoor hoe mensen nog steeds streven naar de dromen die de denkers van de Verlichting bezielden. Laten we hier hoop uit putten en ernaar handelen.”

Prinses Mabel van Oranje

Dit is waar More in Common om de hoek komt kijken. De naam van deze organisatie komt van het overleden Britse parlementslid Jo Cox, een dierbare vriendin van mij. Ze werd vermoord in juni 2016, iets meer dan negen jaar geleden, terwijl ze op weg was om mensen in haar kiesdistrict in Yorkshire te ontmoeten. 

In haar maidenspeech in het Parlement zei Jo dat "we meer gemeen hebben dan wat ons verdeelt". En zij handelde daarnaar.

Geïnspireerd door haar overtuiging en werk werd More in Common opgericht om inzicht te creëren in de diepere waarden, overtuigingen en aspiraties die mensen met elkaar delen – zelfs in tijden van grote tegenstellingen en verschillen.

 

Ik ben er trots op dat ik in het bestuur van More in Common zit en kan bijdragen aan dit belangrijke werk.

 

More in Common doet onderzoek naar de publieke opinie in verschillende Europese landen, Brazilië en de VS, waarbij elk jaar tienduizenden mensen worden ondervraagd. 

 

More in Common probeert niet alleen te begrijpen WAT mensen denken over een bepaald onderwerp (inclusief immigratie, Oekraïne, Gaza, het klimaat...) maar WAAROM. Wat de organisatie tamelijk uniek maakt, is de focus op de psychologie van mensen.

 

En wat uit die onderzoeken blijkt is bemoedigend. Zelfs in een tijd van maatschappelijke spanningen, vertrouwen mensen niet alleen hun familie, vrienden en buren, maar geloven ze ook dat veel mensen om hen heen van nature goed zijn.

Mensen die van mening verschillen over de politiek, hebben vaak dezelfde hoop voor hun kinderen, dezelfde angsten over de toekomst, en dezelfde verlangens om in een maatschappij te leven waar mensen elkaar met respect behandelen. Niet alleen mensen in hun directe omgeving, maar ook vreemden. 

 

Zelfs met betrekking tot vraagstukken die samenlevingen het meest lijken te verdelen, kunnen mensen een gemeenschappelijke basis vinden en willen ze in contact komen met mensen die anders zijn dan zij.

 

Een voorbeeld. Onderzoek van More in Common laat zien dat het niet waar is dat Europeanen zich tegen immigratie gekeerd hebben – een vraagstuk dat overal spanningen veroorzaakt. Spanningen die soms doelbewust politiek worden aangejaagd en ge(mis)bruikt – en soms zelfs leidt tot de val van regeringen. De grote meerderheid van mensen wil dat hun landen nieuwkomers verwelkomen, zolang dit gebeurt op een eerlijke, gecontroleerde en goed gemanagede manier. 

 

De wereld is dus niet verdeeld in twee kampen – een VOOR en een TEGEN. Zelfs bij de meest controversiële onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de oorlog in Gaza, blijkt uit het werk van More in Common dat de overgrote meerderheid van de mensen genuanceerde meningen delen, en in dit geval medeleven en empathie hebben voor burgers aan BEIDE kanten van het Gaza conflict.

 

 

Als onderdeel van hun werk om de publieke opinie te onderzoeken, organiseert More in Common focusgroepen. Ze brengen dan mensen samen om een of twee uur te praten over een specifiek onderwerp en over de algemene situatie in hun land. 

 

Tien dagen geleden mocht ik in Lens, in Noord-Frankrijk, zo'n focusgroep bijwonen. In dit geval met lokale mensen uit deze voormalige mijnbouwstreek, waar Marine Le Pen en haar familie al jaren de scepter zwaaien, en die een thuisbasis is van haar partij, de Rassemblement National. 

 

Toen ik naar het gesprek van de focusgroep luisterde, hoorde ik zorgen over de toekomst, het gevoel in de steek gelaten te zijn in een tijdperk van post-industrialisatie, zorgen over een veranderend Frankrijk, frustratie over de staat van de politiek, en bezorgdheid over de toekomst van komende generaties. Dit zijn allemaal zorgen die mensen uit vele lagen van de bevolking delen.  

 

Het was duidelijk dat als je verder kijkt dan de politieke meningsverschillen ‘van de dag’ en het gekibbel op sociale media, je mensen vindt met oprechte, weloverwogen meningen. Al vermoed ik dat veel van deze mensen stemmen op partijen die het met democratie en recht soms niet zo nauw nemen. Maar is ze dat aan te rekenen wanneer de democratische rechtsstaat niet brengt wat wel wordt gepretendeerd: ruimte voor verscheidenheid (de essentie van democratie) en rechtsgelijkheid? 

 

Wat me het meest opviel aan dat Franse focusgroep gesprek was het belang van luisteren. Mensen hebben een diepe behoefte om gehoord te worden – en ze zijn bereid om te horen wat anderen te zeggen hebben als ze daartoe in een veilige omgeving de kans krijgen. 

 

En wanneer mensen serieus genomen worden, zijn ze verrassend vaak voor rede vatbaar. Dat blijkt ook uit de praktijk van burgerberaden, zoals het Nationaal Burgerberaad Klimaat dat momenteel in ons land plaatsvindt.  

 

Simpelweg mensen het gevoel geven dat ze gehoord worden, in plaats van over het hoofd gezien, is een belangrijke stap in de richting van verandering.  

 

Mensen verlangen naar her-verbinding.

 

Een ander voorbeeld. Het Amerikaanse team van More in Common heeft onlangs onderzoek gedaan waaruit blijkt dat zelfs in de huidige, gespannen situatie in de Verenigde Staten, de overweldigende meerderheid van de Amerikanen contact wil maken met mensen van ‘de andere kant’. Een meerderheid (66 procent) van de Amerikanen heeft het gevoel dat ze iets waardevols kunnen leren door in contact te komen met mensen die anders zijn – en zeven op de tien (70 procent) voelt zich verantwoordelijk om dit ook te doen. 

 

 

Jullie vragen je misschien af wat More in Common doet met alle informatie en inzichten die verzameld worden. Deze kennis wordt gedeeld met iedereen die daarin geïnteresseerd is. De informatie is openbaar beschikbaar via rapporten die je op de website kunt vinden. Dit vormt een tegenwicht tegen de beelden en sentimenten die ‘de crisis van de dag’ vaak kenmerken. Ze doet een beroep op de rede.

 

Het team van More in Common deelt de verzamelde gegevens dan ook met honderden partnerorganisaties, waaronder organisaties als Greenpeace en de BBC, maar ook de katholieke kerk en andere religieuze groeperingen. En ze doen ook briefings voor politici, regeringen en andere leiders. 

Zo gaf More in Common onlangs een training aan een groep Franse social media influencers over hoe ze kunnen voorkomen om onbedoeld desinformatie te verspreiden op hun Instagram en TikTok feeds. Moet je nagaan, deze influencers hebben een gezamenlijke following van 3,5 miljoen mensen.

 

Daarnaast moedigt More in Common haar partner organisaties aan om bewuster te werken. 

 

Een voorbeeld. Veel van de maatschappelijke organisaties waar More in Common mee samenwerkt, richten zich op goede doelen zoals armoedebestrijding, het klimaat, migratie, en ongelijkheid. 

 

Terwijl ze dat werk doen, vergeten deze organisaties vaak om zich af te vragen: Focussen we ons niet te veel op mensen die het al met ons eens zijn? Vervreemden we niet juist degenen die we willen bereiken, zij die het nog niet met ons eens zijn? 

 

Eerder dit jaar onderzocht het Britse team van More in Common wat zij de 'progressieve activisten' noemen – de relatief jonge, universitair geschoolde, progressieve groep mensen die een dominante rol spelen in het maatschappelijk middelveld, ondanks dat ze maar een klein deel van de Britse samenleving vormen.

 

Toen More in Common probeerde te begrijpen waarom zoveel van hun campagnes in de afgelopen jaren niet succesvol waren, ontdekten ze dat deze progressieve activisten de publieke steun voor hun doelen vaak overschatten – en er daardoor niet in slagen om een bredere coalitie op te bouwen. Met andere woorden, velen in de wereld van hulpverlening, liefdadigheid en filantropie praten vooral tegen zichzelf.

 

Een NGO-leider vertelde het Britse team van More in Common dat dit onderzoek hen wakker had geschud. Hun campagnes waren goed bedoeld, maar hun tactieken en berichtgeving – luid, ontwrichtend, veel online, en internationaal gericht – bereikten vooral zij die al bekeerd waren.  

 

Met als resultaat dat een groot deel van het publiek dat in principe achter hun doel stond toch niet werd bereikt. Deze mensen werden als ’t ware buitensloten. Door hun aanpak te herzien, vonden deze liefdadigheidsinstellingen nieuwe manieren om in contact te komen en te communiceren met een bredere groep mensen.

 

De les is duidelijk – niet alleen voor zij die actief zijn in het maatschappelijk middenveld, maar ook in de politiek, het bedrijfsleven en de media. We moeten mensen bereiken daar waar ze zijn, in plaats van waar we zouden willen dat ze waren. En we moeten bereid zijn om te proberen te begrijpen hoe mensen daar waar ze nu zijn, zijn gekomen.

 

In een tijd van polarisatie, ontwrichting en verdeeldheid hebben we leiders nodig – op alle niveaus – die ons kunnen helpen onenigheid te overbruggen, en dat te doen zonder minachting. 

 

Mijn betrokkenheid met More in Common heeft me laten zien en bevestigd dat direct, onderling contact in een veilige omgeving, echt luisteren, en meer begrip voor de ander, cruciaal zijn als we de mensen om ons heen willen bereiken. 

 

De Verlichting stond bekend als het tijdperk van de rede. We lijken de weg van de rede soms kwijt te zijn. 

 

Ik geloof echter dat mijn vriendin Jo Cox gelijk had: we hebben meer met elkaar gemeen dan wat ons verdeelt. 

 

Als je goed luistert, dan hoor je hoe mensen nog steeds streven naar dezelfde dromen van vooruitgang en een betere wereld, die de denkers van de Verlichting bezielden. 

 

Laten we hier hoop uit putten en ernaar handelen. 

 

Dank u wel. 

23 juni, 2025

Prinses Mabel van Oranje

Goedenavond. 

 

Veel dank voor de uitnodiging om deel te nemen aan deze eerste Nacht van de Verlichting. Ik wil de organisatoren feliciteren met dit bijzondere samenzijn – en het stimuleren van een belangrijk gesprek. 

 

In de Verlichting vormden rede en logica de basis om de wereld te begrijpen en problemen op te lossen – in plaats van te vertrouwen op traditie, bijgeloof of religieuze dogma's.

 

Een enkele blik op onze sociale media-accounts maakt overduidelijk dat we vandaag de dag leven in een wereld van vele meningen. Een wereld waarin de waarheid soms moeilijk te vinden is. Een wereld waarin beelden en sentimenten feiten en rede vaak wegdrukken. 

Ik vraag me af: Wat zouden Jean-Jacques Rousseau en Thomas Locke van deze wereld vinden? Zouden zij op TikTok zitten? 

 

Elke dag worden we gebombardeerd met meningen – verzonden via WhatsApp of sms-jes, uitgezonden op radio en tv, samengeperst in 300 tekens op X of LinkedIn, of gewoon gehoord aan de eettafel. 

 

En terwijl open discussie – met argumenten en tegenargumenten – een kenmerk is van elke gezonde pluralistische samenleving, trekken velen van ons zich terug in informatie bubbels, als een manier om met de overvloed aan informatie om te gaan. 

 

Tegelijkertijd overstemmen de luidste stemmen de rest van ons. De indruk wordt gewekt dat de wereld in tweeën uiteenvalt: één deel is luid VOOR, en één deel is luid TEGEN. Waarvoor of waartegen, dat lijkt er minder toe te doen. 

 

Deze ontwikkeling wordt versterkt door ‘profiteurs van het wij/zij- denken’. Mensen die financieel, politiek of qua invloed profiteren van het stimuleren van de verdeeldheid in de samenleving en het versterken van conflicten. Deze ‘profiteurs van polarisatie’ komen we steeds vaker tegen – in de politiek, in de media, en elders.

 

Het is dan ook niet raar dat, in dit tijdperk van ‘echo chambers’, we het steeds moeilijker vinden om contact te hebben met mensen aan de 'andere kant'. Mensen die onze ervaringen, politieke standpunten, of waarden niet delen. Met als gevolg dat onze verschillen van inzicht en eventuele onenigheden geen basis meer vormen voor een open gesprek – maar leiden tot wantrouwen en animositeit.

 

Mensen ervaren de maatschappij als meer gefragmenteerd dan ooit tevoren. Zij missen verbinding, een gemeenschappelijke basis. 

 

In een tijdperk van snelle technologische veranderingen, toenemende ongelijkheid, conflicten, en klimaatverandering is dat nou juist het eerste wat we nodig hebben: een gemeenschappelijk fundament, een gedeeld perspectief.

 

De uitdagingen waar we hier in Nederland, in Europa, en wereldwijd voor staan, zijn collectieve uitdagingen. We kunnen ze niet effectief aanpakken als we niet samenwerken. En dat is allerminst een utopie.

“Hoor hoe mensen nog steeds streven naar de dromen die de denkers van de Verlichting bezielden. Laten we hier hoop uit putten en ernaar handelen.”

Prinses Mabel van Oranje

Dit is waar More in Common om de hoek komt kijken. De naam van deze organisatie komt van het overleden Britse parlementslid Jo Cox, een dierbare vriendin van mij. Ze werd vermoord in juni 2016, iets meer dan negen jaar geleden, terwijl ze op weg was om mensen in haar kiesdistrict in Yorkshire te ontmoeten. 

In haar maidenspeech in het Parlement zei Jo dat "we meer gemeen hebben dan wat ons verdeelt". En zij handelde daarnaar.

Geïnspireerd door haar overtuiging en werk werd More in Common opgericht om inzicht te creëren in de diepere waarden, overtuigingen en aspiraties die mensen met elkaar delen – zelfs in tijden van grote tegenstellingen en verschillen.

 

Ik ben er trots op dat ik in het bestuur van More in Common zit en kan bijdragen aan dit belangrijke werk.

 

More in Common doet onderzoek naar de publieke opinie in verschillende Europese landen, Brazilië en de VS, waarbij elk jaar tienduizenden mensen worden ondervraagd. 

 

More in Common probeert niet alleen te begrijpen WAT mensen denken over een bepaald onderwerp (inclusief immigratie, Oekraïne, Gaza, het klimaat...) maar WAAROM. Wat de organisatie tamelijk uniek maakt, is de focus op de psychologie van mensen.

 

En wat uit die onderzoeken blijkt is bemoedigend. Zelfs in een tijd van maatschappelijke spanningen, vertrouwen mensen niet alleen hun familie, vrienden en buren, maar geloven ze ook dat veel mensen om hen heen van nature goed zijn.

Mensen die van mening verschillen over de politiek, hebben vaak dezelfde hoop voor hun kinderen, dezelfde angsten over de toekomst, en dezelfde verlangens om in een maatschappij te leven waar mensen elkaar met respect behandelen. Niet alleen mensen in hun directe omgeving, maar ook vreemden. 

 

Zelfs met betrekking tot vraagstukken die samenlevingen het meest lijken te verdelen, kunnen mensen een gemeenschappelijke basis vinden en willen ze in contact komen met mensen die anders zijn dan zij.

 

Een voorbeeld. Onderzoek van More in Common laat zien dat het niet waar is dat Europeanen zich tegen immigratie gekeerd hebben – een vraagstuk dat overal spanningen veroorzaakt. Spanningen die soms doelbewust politiek worden aangejaagd en ge(mis)bruikt – en soms zelfs leidt tot de val van regeringen. De grote meerderheid van mensen wil dat hun landen nieuwkomers verwelkomen, zolang dit gebeurt op een eerlijke, gecontroleerde en goed gemanagede manier. 

 

De wereld is dus niet verdeeld in twee kampen – een VOOR en een TEGEN. Zelfs bij de meest controversiële onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de oorlog in Gaza, blijkt uit het werk van More in Common dat de overgrote meerderheid van de mensen genuanceerde meningen delen, en in dit geval medeleven en empathie hebben voor burgers aan BEIDE kanten van het Gaza conflict.

 

 

Als onderdeel van hun werk om de publieke opinie te onderzoeken, organiseert More in Common focusgroepen. Ze brengen dan mensen samen om een of twee uur te praten over een specifiek onderwerp en over de algemene situatie in hun land. 

 

Tien dagen geleden mocht ik in Lens, in Noord-Frankrijk, zo'n focusgroep bijwonen. In dit geval met lokale mensen uit deze voormalige mijnbouwstreek, waar Marine Le Pen en haar familie al jaren de scepter zwaaien, en die een thuisbasis is van haar partij, de Rassemblement National. 

 

Toen ik naar het gesprek van de focusgroep luisterde, hoorde ik zorgen over de toekomst, het gevoel in de steek gelaten te zijn in een tijdperk van post-industrialisatie, zorgen over een veranderend Frankrijk, frustratie over de staat van de politiek, en bezorgdheid over de toekomst van komende generaties. Dit zijn allemaal zorgen die mensen uit vele lagen van de bevolking delen.  

 

Het was duidelijk dat als je verder kijkt dan de politieke meningsverschillen ‘van de dag’ en het gekibbel op sociale media, je mensen vindt met oprechte, weloverwogen meningen. Al vermoed ik dat veel van deze mensen stemmen op partijen die het met democratie en recht soms niet zo nauw nemen. Maar is ze dat aan te rekenen wanneer de democratische rechtsstaat niet brengt wat wel wordt gepretendeerd: ruimte voor verscheidenheid (de essentie van democratie) en rechtsgelijkheid? 

 

Wat me het meest opviel aan dat Franse focusgroep gesprek was het belang van luisteren. Mensen hebben een diepe behoefte om gehoord te worden – en ze zijn bereid om te horen wat anderen te zeggen hebben als ze daartoe in een veilige omgeving de kans krijgen. 

 

En wanneer mensen serieus genomen worden, zijn ze verrassend vaak voor rede vatbaar. Dat blijkt ook uit de praktijk van burgerberaden, zoals het Nationaal Burgerberaad Klimaat dat momenteel in ons land plaatsvindt.  

 

Simpelweg mensen het gevoel geven dat ze gehoord worden, in plaats van over het hoofd gezien, is een belangrijke stap in de richting van verandering.  

 

Mensen verlangen naar her-verbinding.

 

Een ander voorbeeld. Het Amerikaanse team van More in Common heeft onlangs onderzoek gedaan waaruit blijkt dat zelfs in de huidige, gespannen situatie in de Verenigde Staten, de overweldigende meerderheid van de Amerikanen contact wil maken met mensen van ‘de andere kant’. Een meerderheid (66 procent) van de Amerikanen heeft het gevoel dat ze iets waardevols kunnen leren door in contact te komen met mensen die anders zijn – en zeven op de tien (70 procent) voelt zich verantwoordelijk om dit ook te doen. 

 

 

Jullie vragen je misschien af wat More in Common doet met alle informatie en inzichten die verzameld worden. Deze kennis wordt gedeeld met iedereen die daarin geïnteresseerd is. De informatie is openbaar beschikbaar via rapporten die je op de website kunt vinden. Dit vormt een tegenwicht tegen de beelden en sentimenten die ‘de crisis van de dag’ vaak kenmerken. Ze doet een beroep op de rede.

 

Het team van More in Common deelt de verzamelde gegevens dan ook met honderden partnerorganisaties, waaronder organisaties als Greenpeace en de BBC, maar ook de katholieke kerk en andere religieuze groeperingen. En ze doen ook briefings voor politici, regeringen en andere leiders. 

Zo gaf More in Common onlangs een training aan een groep Franse social media influencers over hoe ze kunnen voorkomen om onbedoeld desinformatie te verspreiden op hun Instagram en TikTok feeds. Moet je nagaan, deze influencers hebben een gezamenlijke following van 3,5 miljoen mensen.

 

Daarnaast moedigt More in Common haar partner organisaties aan om bewuster te werken. 

 

Een voorbeeld. Veel van de maatschappelijke organisaties waar More in Common mee samenwerkt, richten zich op goede doelen zoals armoedebestrijding, het klimaat, migratie, en ongelijkheid. 

 

Terwijl ze dat werk doen, vergeten deze organisaties vaak om zich af te vragen: Focussen we ons niet te veel op mensen die het al met ons eens zijn? Vervreemden we niet juist degenen die we willen bereiken, zij die het nog niet met ons eens zijn? 

 

Eerder dit jaar onderzocht het Britse team van More in Common wat zij de 'progressieve activisten' noemen – de relatief jonge, universitair geschoolde, progressieve groep mensen die een dominante rol spelen in het maatschappelijk middelveld, ondanks dat ze maar een klein deel van de Britse samenleving vormen.

 

Toen More in Common probeerde te begrijpen waarom zoveel van hun campagnes in de afgelopen jaren niet succesvol waren, ontdekten ze dat deze progressieve activisten de publieke steun voor hun doelen vaak overschatten – en er daardoor niet in slagen om een bredere coalitie op te bouwen. Met andere woorden, velen in de wereld van hulpverlening, liefdadigheid en filantropie praten vooral tegen zichzelf.

 

Een NGO-leider vertelde het Britse team van More in Common dat dit onderzoek hen wakker had geschud. Hun campagnes waren goed bedoeld, maar hun tactieken en berichtgeving – luid, ontwrichtend, veel online, en internationaal gericht – bereikten vooral zij die al bekeerd waren.  

 

Met als resultaat dat een groot deel van het publiek dat in principe achter hun doel stond toch niet werd bereikt. Deze mensen werden als ’t ware buitensloten. Door hun aanpak te herzien, vonden deze liefdadigheidsinstellingen nieuwe manieren om in contact te komen en te communiceren met een bredere groep mensen.

 

De les is duidelijk – niet alleen voor zij die actief zijn in het maatschappelijk middenveld, maar ook in de politiek, het bedrijfsleven en de media. We moeten mensen bereiken daar waar ze zijn, in plaats van waar we zouden willen dat ze waren. En we moeten bereid zijn om te proberen te begrijpen hoe mensen daar waar ze nu zijn, zijn gekomen.

 

In een tijd van polarisatie, ontwrichting en verdeeldheid hebben we leiders nodig – op alle niveaus – die ons kunnen helpen onenigheid te overbruggen, en dat te doen zonder minachting. 

 

Mijn betrokkenheid met More in Common heeft me laten zien en bevestigd dat direct, onderling contact in een veilige omgeving, echt luisteren, en meer begrip voor de ander, cruciaal zijn als we de mensen om ons heen willen bereiken. 

 

De Verlichting stond bekend als het tijdperk van de rede. We lijken de weg van de rede soms kwijt te zijn. 

 

Ik geloof echter dat mijn vriendin Jo Cox gelijk had: we hebben meer met elkaar gemeen dan wat ons verdeelt. 

 

Als je goed luistert, dan hoor je hoe mensen nog steeds streven naar dezelfde dromen van vooruitgang en een betere wereld, die de denkers van de Verlichting bezielden. 

 

Laten we hier hoop uit putten en ernaar handelen. 

 

Dank u wel. 

23 juni, 2025

Prinses Mabel van Oranje

Goedenavond. 

 

Veel dank voor de uitnodiging om deel te nemen aan deze eerste Nacht van de Verlichting. Ik wil de organisatoren feliciteren met dit bijzondere samenzijn – en het stimuleren van een belangrijk gesprek. 

 

In de Verlichting vormden rede en logica de basis om de wereld te begrijpen en problemen op te lossen – in plaats van te vertrouwen op traditie, bijgeloof of religieuze dogma's.

 

Een enkele blik op onze sociale media-accounts maakt overduidelijk dat we vandaag de dag leven in een wereld van vele meningen. Een wereld waarin de waarheid soms moeilijk te vinden is. Een wereld waarin beelden en sentimenten feiten en rede vaak wegdrukken. 

Ik vraag me af: Wat zouden Jean-Jacques Rousseau en Thomas Locke van deze wereld vinden? Zouden zij op TikTok zitten? 

 

Elke dag worden we gebombardeerd met meningen – verzonden via WhatsApp of sms-jes, uitgezonden op radio en tv, samengeperst in 300 tekens op X of LinkedIn, of gewoon gehoord aan de eettafel. 

 

En terwijl open discussie – met argumenten en tegenargumenten – een kenmerk is van elke gezonde pluralistische samenleving, trekken velen van ons zich terug in informatie bubbels, als een manier om met de overvloed aan informatie om te gaan. 

 

Tegelijkertijd overstemmen de luidste stemmen de rest van ons. De indruk wordt gewekt dat de wereld in tweeën uiteenvalt: één deel is luid VOOR, en één deel is luid TEGEN. Waarvoor of waartegen, dat lijkt er minder toe te doen. 

 

Deze ontwikkeling wordt versterkt door ‘profiteurs van het wij/zij- denken’. Mensen die financieel, politiek of qua invloed profiteren van het stimuleren van de verdeeldheid in de samenleving en het versterken van conflicten. Deze ‘profiteurs van polarisatie’ komen we steeds vaker tegen – in de politiek, in de media, en elders.

 

Het is dan ook niet raar dat, in dit tijdperk van ‘echo chambers’, we het steeds moeilijker vinden om contact te hebben met mensen aan de 'andere kant'. Mensen die onze ervaringen, politieke standpunten, of waarden niet delen. Met als gevolg dat onze verschillen van inzicht en eventuele onenigheden geen basis meer vormen voor een open gesprek – maar leiden tot wantrouwen en animositeit.

 

Mensen ervaren de maatschappij als meer gefragmenteerd dan ooit tevoren. Zij missen verbinding, een gemeenschappelijke basis. 

 

In een tijdperk van snelle technologische veranderingen, toenemende ongelijkheid, conflicten, en klimaatverandering is dat nou juist het eerste wat we nodig hebben: een gemeenschappelijk fundament, een gedeeld perspectief.

 

De uitdagingen waar we hier in Nederland, in Europa, en wereldwijd voor staan, zijn collectieve uitdagingen. We kunnen ze niet effectief aanpakken als we niet samenwerken. En dat is allerminst een utopie.

“Hoor hoe mensen nog steeds streven naar de dromen die de denkers van de Verlichting bezielden. Laten we hier hoop uit putten en ernaar handelen.”

Prinses Mabel van Oranje

Dit is waar More in Common om de hoek komt kijken. De naam van deze organisatie komt van het overleden Britse parlementslid Jo Cox, een dierbare vriendin van mij. Ze werd vermoord in juni 2016, iets meer dan negen jaar geleden, terwijl ze op weg was om mensen in haar kiesdistrict in Yorkshire te ontmoeten. 

In haar maidenspeech in het Parlement zei Jo dat "we meer gemeen hebben dan wat ons verdeelt". En zij handelde daarnaar.

Geïnspireerd door haar overtuiging en werk werd More in Common opgericht om inzicht te creëren in de diepere waarden, overtuigingen en aspiraties die mensen met elkaar delen – zelfs in tijden van grote tegenstellingen en verschillen.

 

Ik ben er trots op dat ik in het bestuur van More in Common zit en kan bijdragen aan dit belangrijke werk.

 

More in Common doet onderzoek naar de publieke opinie in verschillende Europese landen, Brazilië en de VS, waarbij elk jaar tienduizenden mensen worden ondervraagd. 

 

More in Common probeert niet alleen te begrijpen WAT mensen denken over een bepaald onderwerp (inclusief immigratie, Oekraïne, Gaza, het klimaat...) maar WAAROM. Wat de organisatie tamelijk uniek maakt, is de focus op de psychologie van mensen.

 

En wat uit die onderzoeken blijkt is bemoedigend. Zelfs in een tijd van maatschappelijke spanningen, vertrouwen mensen niet alleen hun familie, vrienden en buren, maar geloven ze ook dat veel mensen om hen heen van nature goed zijn.

Mensen die van mening verschillen over de politiek, hebben vaak dezelfde hoop voor hun kinderen, dezelfde angsten over de toekomst, en dezelfde verlangens om in een maatschappij te leven waar mensen elkaar met respect behandelen. Niet alleen mensen in hun directe omgeving, maar ook vreemden. 

 

Zelfs met betrekking tot vraagstukken die samenlevingen het meest lijken te verdelen, kunnen mensen een gemeenschappelijke basis vinden en willen ze in contact komen met mensen die anders zijn dan zij.

 

Een voorbeeld. Onderzoek van More in Common laat zien dat het niet waar is dat Europeanen zich tegen immigratie gekeerd hebben – een vraagstuk dat overal spanningen veroorzaakt. Spanningen die soms doelbewust politiek worden aangejaagd en ge(mis)bruikt – en soms zelfs leidt tot de val van regeringen. De grote meerderheid van mensen wil dat hun landen nieuwkomers verwelkomen, zolang dit gebeurt op een eerlijke, gecontroleerde en goed gemanagede manier. 

 

De wereld is dus niet verdeeld in twee kampen – een VOOR en een TEGEN. Zelfs bij de meest controversiële onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de oorlog in Gaza, blijkt uit het werk van More in Common dat de overgrote meerderheid van de mensen genuanceerde meningen delen, en in dit geval medeleven en empathie hebben voor burgers aan BEIDE kanten van het Gaza conflict.

 

 

Als onderdeel van hun werk om de publieke opinie te onderzoeken, organiseert More in Common focusgroepen. Ze brengen dan mensen samen om een of twee uur te praten over een specifiek onderwerp en over de algemene situatie in hun land. 

 

Tien dagen geleden mocht ik in Lens, in Noord-Frankrijk, zo'n focusgroep bijwonen. In dit geval met lokale mensen uit deze voormalige mijnbouwstreek, waar Marine Le Pen en haar familie al jaren de scepter zwaaien, en die een thuisbasis is van haar partij, de Rassemblement National. 

 

Toen ik naar het gesprek van de focusgroep luisterde, hoorde ik zorgen over de toekomst, het gevoel in de steek gelaten te zijn in een tijdperk van post-industrialisatie, zorgen over een veranderend Frankrijk, frustratie over de staat van de politiek, en bezorgdheid over de toekomst van komende generaties. Dit zijn allemaal zorgen die mensen uit vele lagen van de bevolking delen.  

 

Het was duidelijk dat als je verder kijkt dan de politieke meningsverschillen ‘van de dag’ en het gekibbel op sociale media, je mensen vindt met oprechte, weloverwogen meningen. Al vermoed ik dat veel van deze mensen stemmen op partijen die het met democratie en recht soms niet zo nauw nemen. Maar is ze dat aan te rekenen wanneer de democratische rechtsstaat niet brengt wat wel wordt gepretendeerd: ruimte voor verscheidenheid (de essentie van democratie) en rechtsgelijkheid? 

 

Wat me het meest opviel aan dat Franse focusgroep gesprek was het belang van luisteren. Mensen hebben een diepe behoefte om gehoord te worden – en ze zijn bereid om te horen wat anderen te zeggen hebben als ze daartoe in een veilige omgeving de kans krijgen. 

 

En wanneer mensen serieus genomen worden, zijn ze verrassend vaak voor rede vatbaar. Dat blijkt ook uit de praktijk van burgerberaden, zoals het Nationaal Burgerberaad Klimaat dat momenteel in ons land plaatsvindt.  

 

Simpelweg mensen het gevoel geven dat ze gehoord worden, in plaats van over het hoofd gezien, is een belangrijke stap in de richting van verandering.  

 

Mensen verlangen naar her-verbinding.

 

Een ander voorbeeld. Het Amerikaanse team van More in Common heeft onlangs onderzoek gedaan waaruit blijkt dat zelfs in de huidige, gespannen situatie in de Verenigde Staten, de overweldigende meerderheid van de Amerikanen contact wil maken met mensen van ‘de andere kant’. Een meerderheid (66 procent) van de Amerikanen heeft het gevoel dat ze iets waardevols kunnen leren door in contact te komen met mensen die anders zijn – en zeven op de tien (70 procent) voelt zich verantwoordelijk om dit ook te doen. 

 

 

Jullie vragen je misschien af wat More in Common doet met alle informatie en inzichten die verzameld worden. Deze kennis wordt gedeeld met iedereen die daarin geïnteresseerd is. De informatie is openbaar beschikbaar via rapporten die je op de website kunt vinden. Dit vormt een tegenwicht tegen de beelden en sentimenten die ‘de crisis van de dag’ vaak kenmerken. Ze doet een beroep op de rede.

 

Het team van More in Common deelt de verzamelde gegevens dan ook met honderden partnerorganisaties, waaronder organisaties als Greenpeace en de BBC, maar ook de katholieke kerk en andere religieuze groeperingen. En ze doen ook briefings voor politici, regeringen en andere leiders. 

Zo gaf More in Common onlangs een training aan een groep Franse social media influencers over hoe ze kunnen voorkomen om onbedoeld desinformatie te verspreiden op hun Instagram en TikTok feeds. Moet je nagaan, deze influencers hebben een gezamenlijke following van 3,5 miljoen mensen.

 

Daarnaast moedigt More in Common haar partner organisaties aan om bewuster te werken. 

 

Een voorbeeld. Veel van de maatschappelijke organisaties waar More in Common mee samenwerkt, richten zich op goede doelen zoals armoedebestrijding, het klimaat, migratie, en ongelijkheid. 

 

Terwijl ze dat werk doen, vergeten deze organisaties vaak om zich af te vragen: Focussen we ons niet te veel op mensen die het al met ons eens zijn? Vervreemden we niet juist degenen die we willen bereiken, zij die het nog niet met ons eens zijn? 

 

Eerder dit jaar onderzocht het Britse team van More in Common wat zij de 'progressieve activisten' noemen – de relatief jonge, universitair geschoolde, progressieve groep mensen die een dominante rol spelen in het maatschappelijk middelveld, ondanks dat ze maar een klein deel van de Britse samenleving vormen.

 

Toen More in Common probeerde te begrijpen waarom zoveel van hun campagnes in de afgelopen jaren niet succesvol waren, ontdekten ze dat deze progressieve activisten de publieke steun voor hun doelen vaak overschatten – en er daardoor niet in slagen om een bredere coalitie op te bouwen. Met andere woorden, velen in de wereld van hulpverlening, liefdadigheid en filantropie praten vooral tegen zichzelf.

 

Een NGO-leider vertelde het Britse team van More in Common dat dit onderzoek hen wakker had geschud. Hun campagnes waren goed bedoeld, maar hun tactieken en berichtgeving – luid, ontwrichtend, veel online, en internationaal gericht – bereikten vooral zij die al bekeerd waren.  

 

Met als resultaat dat een groot deel van het publiek dat in principe achter hun doel stond toch niet werd bereikt. Deze mensen werden als ’t ware buitensloten. Door hun aanpak te herzien, vonden deze liefdadigheidsinstellingen nieuwe manieren om in contact te komen en te communiceren met een bredere groep mensen.

 

De les is duidelijk – niet alleen voor zij die actief zijn in het maatschappelijk middenveld, maar ook in de politiek, het bedrijfsleven en de media. We moeten mensen bereiken daar waar ze zijn, in plaats van waar we zouden willen dat ze waren. En we moeten bereid zijn om te proberen te begrijpen hoe mensen daar waar ze nu zijn, zijn gekomen.

 

In een tijd van polarisatie, ontwrichting en verdeeldheid hebben we leiders nodig – op alle niveaus – die ons kunnen helpen onenigheid te overbruggen, en dat te doen zonder minachting. 

 

Mijn betrokkenheid met More in Common heeft me laten zien en bevestigd dat direct, onderling contact in een veilige omgeving, echt luisteren, en meer begrip voor de ander, cruciaal zijn als we de mensen om ons heen willen bereiken. 

 

De Verlichting stond bekend als het tijdperk van de rede. We lijken de weg van de rede soms kwijt te zijn. 

 

Ik geloof echter dat mijn vriendin Jo Cox gelijk had: we hebben meer met elkaar gemeen dan wat ons verdeelt. 

 

Als je goed luistert, dan hoor je hoe mensen nog steeds streven naar dezelfde dromen van vooruitgang en een betere wereld, die de denkers van de Verlichting bezielden. 

 

Laten we hier hoop uit putten en ernaar handelen. 

 

Dank u wel.